‘Nou als mijn kind niet goed haar best heeft gedaan, laatst bijvoorbeeld bij een tekening, dan zeg ik vaak wel dat het wat mooier kan. Ze kan zo goed tekenen, en soms doet ze gewoon niet haar best omdat ze er geen zin in heeft. Dus daar zeg ik dan wel wat van.’
Twee andere hulpverleners knikken, ze lijken het te herkennen van hun eigen kinderen.
Ik vraag haar of ze het bij zichzelf herkent, dat gevoel dat ze altijd haar best moet doen.
Ze lijkt even verbaasd door de vraag. Dan volgt een twijfelend ‘ja…’
‘Hoe is dat voor je, dat je altijd je best moet doen?’
Het is even stil.
‘Eigenlijk is dat een rotgevoel en doodvermoeiend, maarja het heeft me wel heel ver gebracht.’
‘Ja, dat is vast zo. Er is ook niets mis met je best doen, als je dat graag wilt. En denk je, dat je het ook gered zou hebben als je soms een stapje minder hard je best had gedaan?’
Ze krijgt tranen in haar ogen. ‘Ja… vast wel…’
‘Ik denk het ook…’
Er lijkt een kwartje te vallen.
Kinderen zijn spiegels. Ze laten haarfijn en precies zien wat we ze voordoen, wat we ze voorleven. En ook de verlangens in onszelf die we niet durven volgen.
Kinderen leren niet het meest van wat we ze vertellen over hoe ze mogen of moeten zijn. Ze leren het diepst van wat we ze voordóen.
Niet alleen in hoe we met hen omgaan, maar vooral ook van hoe we met onszelf omgaan en van daaruit ook met anderen.
Dát is wat we ze onbewust voorleven. Op duizenden momenten, en elke dag weer.
Ik vraag haar of ze graag wil dat haar dochter net zo hard haar best gaat doen als zijzelf altijd heeft gedaan.
Nee, dat wil ze juist helemaal niet.
Behulpzaam en een goed begin.
‘Durf je het haar ook te laten zien en voor te leven?
Durf je zelf te oefenen in niet altijd meer zo hard je best doen?
Pas dan zal zij leren dat zij dat ook niet hoeft…’
Slik. Een diepe zucht volgt.
Dit raakt een oud patroon in haar. Eentje die ontzettend veel mensen, en zeker hulpverleners(!), zullen herkennen.
Hoe zou het zijn als we niet allemaal zo hard ons best zouden doen?
Wat een bevrijding. Voor iedereen.
En zeker ook voor de kinderen en jongeren die we met ons ‘gerat-race’ vaak iets doodvermoeiends voorleven…
In de lunchpauze vertelt ze me dat ze vandaag toch tot het eind van de dag bij de training is. Het crisisoverleg dat ze om 16.00 zou hebben, neemt een collega over. Ze straalt erbij: ‘dit smaakt naar meer’.