‘Ga je het aan mama vertellen van de stoel?’
Myra is bijna 5. Ik heb haar net met plaatjes uitgelegd hoe het gaat in je lijf en in je hoofd als er nare dingen gebeuren.
En vooral hoe het dus klopt dat dat ook bij haar zo ging en vaak nog steeds gaat.
Dat dat automatisch is en je daar niks aan kunt doen, en dat het dus ook niet je eigen schuld is.
We hebben nog even de tijd om een kleurplaat te maken. Ze wil graag een kleurplaat voor mij maken, en dat ik er dan een voor haar maak.
Omdat ze niet zo goed bij de tafel kan, wisselen we van stoel. Zij op mijn verstelbare bureaustoel waar je zo fijn rondjes op kan draaien, en ik op haar ‘saaie stoel’.
Haar gezichtje vertrekt ineens. Ze kijkt geschrokken en bang. Als ik vraag wat er is begint ze te huilen.
‘Ik moest plassen’, zegt ze snikkend.
De zitting van mijn bureaustoel heeft inderdaad ineens een wat donkerder kleurtje gekregen…
Aan haar blik en houding zie ik dat ze bang is voor mijn reactie.
Ik pak het plaatje van net er weer even bij.
‘Weet je nog lieverd? Geeft niks hoor, kun je niks aan doen.
Kom dan breng ik je naar mama voor een schone broek. Neem je de tekening mee?’
Ze is even opgelucht en dan weer ernstiger. ‘Ga je het aan mama vertellen van de stoel?’
Ik stel haar voor dat we dat samen doen. En dat we het plaatje dan ook meenemen zodat mama het ook goed snapt. Dat vindt ze goed.
Gelukkig had ik de dag ervoor een afspraak met mama gehad. Over haar eigen gevoel van falen als haar kids ‘achterlopen’, een terugval in zindelijkheid hebben of ’s nachts niet kunnen slapen.
Over haar schuldgevoel door het geweld dat de kinderen hebben gezien en meegemaakt.
Hoe ze hoopte dat ze er geen last van zouden hebben, en hoe moeilijk het voor haar is om te erkennen dat ze er wel last van hebben en dat dat niet zomaar over is nu de relatie voorbij is.
Een dapper gesprek, dat ruimte gaf voor haar eigen gevoelens. Ze zag in hoe ze juist vanuit dat schuldgevoel soms niet reageerde zoals ze wilde naar de kids. Een vicieuze cirkel.
We bespraken dat moeder komende week eens bewust zou oefenen. Om even stil te staan wanneer ze zich schuldig voelde en dat opmerkte. En dan liefdevol naar zichzelf te reageren, om vervolgens ook te ervaren wat dat deed in de wens om ook liefdevoller naar de kinderen te kunnen reageren.
Dit was meteen een mooie kans om te oefenen…
Myra staat half achter me als moeder ons aan ziet komen. ‘Hoe was het?’ vraagt ze vrolijk aan haar meiske.
Myra is stil en verstopt zich achter mij.
‘Het was goed hè’, zeg ik.
Ze knikt, en komt half tevoorschijn.
‘We hebben fijn gekletst en ook nog gekleurd. En net toen we het hadden gehad over spanning in je lijf, en dat je dan soms niet zo goed iets voelt, bijvoorbeeld dat je moet plassen, gebeurde dat zonet ook.’
Ik geef moeder een veelbetekende blik.
Ze pikt ‘m op, kijkt even vertwijfeld en reageert vervolgens liefdevol door dochter gerust te stellen, een knuffel te geven en een schone broek te halen.
Myra is zichtbaar opgelucht. We maken een nieuwe afspraak en ik geef haar mijn tekening. De hare houdt ze stevig vast.
‘Wil je ‘m zelf graag houden?’
Ze knikt hevig en kijkt wat angstig, alsof ze zich afvraagt of ik dat wel goed vind.
‘Dat snap ik wel, hij is ook wel errug goed gelukt.’
Weer een opluchting. Ze glimlacht stralend en zwaait me samen met mama uit.
Nieuwe paadjes oefenen met ouders en kids in en na stressvolle situaties. Dankbaar werk.