Hoe komt het toch dat kinderen zichzelf zo vaak de schuld geven van ‘dingen’ die zo overduidelijk niet hun schuld zijn? Van de depressie van een ouder, een scheiding, huiselijk geweld, of bijvoorbeeld de uithuisplaatsing van een broertje of zusje.
Een veelgehoorde vraag in trainingen. Want voor sommigen klinkt het heel onlogisch kinderen ‘zomaar’ te ontschuldigen. ‘Straks breng ik een kind nog op ideeën’. ‘Hoezo zou een kind denken dat de scheiding zijn/haar schuld is?’.
Een begrijpelijke vraag, want hoe zit dat eigenlijk, dat kinderen zichzelf zo vaak de schuld geven?
Een ingewikkeld psychologisch mechanisme is hier aan het werk. Schuld als illusie van controle. Om het idee van een vorm van grip op de situatie in stand te houden. Als iets mijn schuld is, heb ik in ieder geval het gevoel dat ik er een vorm van invloed op heb (gehad). Machteloosheid is voor ons mensen vaak nog veel moeilijker te ervaren dan schuldgevoel. Het geeft het gevoel dat we overgeleverd zijn aan bijvoorbeeld ‘toeval’, ‘omstandigheden’, en neemt daarmee ons gevoel van controle weg. Schuld geeft dus de illusie van controle, het idee dat het anders had kunnen gaan dan het gegaan is, als je zelf maar anders had gedaan, gehandeld of was geweest…
Bij kinderen die opgroeien in stressvolle omstandigheden, bijvoorbeeld in een gezin waar huiselijk geweld speelt, is er nog een mechanisme dat meedoet. Het kind moet zich op een of andere manier veilig zien te weten in een onveilige sfeer/omgeving. Het kind is immers afhankelijk van ouder(s)/verzorger(s) en maakt een ingewikkelde psychologische stap om enigszins controle op een onvoorspelbare situatie te ervaren. De keus tussen zichzelf afwijzen en de ouder afwijzen is snel gemaakt. Je bent afhankelijk van de ouder/verzorger voor je gevoel van veiligheid, van overleven. Vaak houden kinderen het beeld van de liefdevolle zorgzame volwassene in stand om zich enigszins veilig te voelen. De prijs die ze daarvoor betalen is vaak een diepe zelfafwijzing én een diep schuldgevoel.
Los van bovenstaand mechanisme kan het natuurlijk ook zo zijn dat de schuld verbaal en/of non-verbaal wél bij het kind wordt neergelegd. ‘Hadden we maar nooit kinderen gekregen’, ‘als jij er niet was geweest dan hadden we geen geldzorgen gehad’, en ook ‘door jou is mama bij ons weg’. Je kunt je voorstellen wat voor invloed dat op het zelfbeeld en daarmee het leven van een kind heeft. In die gevallen is ontschuldigen van extra groot belang, liefst samengaand met psycho-educatie over de context op leeftijdsadequaat niveau.
Een grote valkuil bij het ontschuldigen van kinderen is de schuld vervolgens bij iemand anders neer te leggen. Hoe goedbedoeld ook, het helpt een kind niet als je de schuld bij het kind wegneemt om die vervolgens bij de ouders/verzorger/leerkracht of iemand anders te leggen*. Óók niet als het gaat over situaties van huiselijk geweld of kindermishandeling. Vaak brengt het een kind in een enorm loyaliteitsconflict. Probeer in plaats daarvan uit te leggen waar de verantwoordelijkheid ligt voor gedrag. Dat is iets anders dan schuld en gaat niet uit van weerstand tegen (‘dit had niet mogen gebeuren’) maar van erkenning voor wat er gebeurd is. Hoe pijnlijk en naar ook, het is wat het is en er is gebeurd wat er is gebeurd. Dat kun je niet meer veranderen. Wél kun je vanuit erkenning samen met betrokkenen op zoek naar een andere weg. Vanuit erkenning is de kans op verandering het grootst, dat geeft ruimte.
*Soms krijg ik in trainingen de verontwaardigde reactie: ‘dus jij vindt dat huiselijk geweld gewoon maar kan?’ Nee, liever niet natuurlijk, én toch gebeurt het wel. Dat is de realiteit en daar hebben we mee te dealen. En daarmee dealen, behulpzaam zijn, gaat het best als we onze eigen weerstand tegen dat wat is los kunnen laten. Zodat we vanuit erkenning samen kunnen werken met alle betrokkenen.